Polio is een virale infectie veroorzaakt door het poliovirus, die meestal kinderen treft. Deze ziekte kan het zenuwstelsel beïnvloeden, wat leidt tot verlamming en in sommige gevallen tot de dood. Polio verspreidt zich via rechtstreeks contact tussen personen of door inname van besmette uitwerpselen via de mond. Dankzij intensieve vaccinatie-inspanningen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en andere gezondheidsinstellingen, is het aantal polio-gevallen de afgelopen jaren aanzienlijk verminderd. Echter, het virus is nog steeds actief in sommige gebieden met lage vaccinatiegraad.
De diagnose van polio wordt gesteld op basis van de symptomen en de medische geschiedenis van de patiënt. Om de aanwezigheid van het virus te bevestigen, kunnen keeluitstrijkjes, ontlastingsmonsters of monsters van het ruggenmergvocht naar het laboratorium worden gestuurd voor analyse. Wanneer een poliovirusinfectie wordt vastgesteld, is het belangrijk om snel en effectief een behandelplan uit te voeren.
De meeste poliogevallen zijn asymptomatisch, dat wil zeggen dat er bij de geïnfecteerde personen geen symptomen worden waargenomen. Echter, in gevallen waarbij symptomen optreden, kunnen de volgende symptomen worden gezien:
Er is geen specifieke behandeling voor polio. De behandeling richt zich op het verlichten van symptomen en het voorkomen van complicaties. Deze ondersteunende behandelingen kunnen het volgende omvatten:
Analgetica om pijn te verminderen
Antispasmodica om spierspasmen te beheersen
Voldoende voeding en hydratatie
Fysiotherapie en revalidatie om de kracht en functie van de verlamde spieren te verbeteren
Polio kan worden voorkomen met twee soorten vaccins: het geïnactiveerde polio vaccin (IPV) en het levend verzwakt oraal polio vaccin (OPV). Wereldwijde vaccinatiecampagnes hebben een cruciale rol gespeeld bij het beheersen en vrijwel uitroeien van polio. Het toedienen van vaccins is de meest effectieve methode om de verspreiding van het poliovirus te voorkomen en de ziekte uiteindelijk uit te roeien. Gezondheidsprofessionals en volksgezondheidsautoriteiten blijven vaccinatie aanmoedigen en de vaccinatiegraad in risicogebieden verhogen. Ouders en verzorgers kunnen hun kinderen beschermen tegen deze ernstige ziekte door het aanbevolen vaccinatieschema te volgen.
Polio komt het meest voor bij kinderen onder de 5 jaar, maar kan op elke leeftijd voorkomen bij niet-gevaccineerde individuen. Vooral kinderen met een zwak immuunsysteem zijn kwetsbaarder voor het virus. In ontwikkelingslanden vormen lage vaccinatiegraden een groter risico voor deze leeftijdsgroep. Ook kan het gebrek aan hygiënische gewoonten bij kinderen in de voorschoolse periode de verspreiding van de ziekte vergemakkelijken. Daarom is een volledig en tijdig uitgevoerd vaccinatieschema in de kindertijd de meest effectieve beschermingsmethode.
Personen die eenmaal polio hebben gehad, ontwikkelen meestal immuniteit tegen dat type virus. Echter, aangezien er drie verschillende typen van het poliovirus zijn, blijft het risico op infectie met andere typen bestaan. Deze situatie verhoogt het belang van hervaccinatie en naleving van het vaccinatieschema. In gebieden met een risico op een uitbraak kunnen extra doses aanbevolen worden. Ziekten of omstandigheden die het immuunsysteem verzwakken, kunnen ook het risico op herinfectie verhogen.
Polio, medisch bekend als poliomyelitis, is een besmettelijke ziekte veroorzaakt door een virus genaamd poliovirus. Dit virus tast het zenuwstelsel aan en beïnvloedt de spiercontrole, wat kan leiden tot blijvende verlamming en zelfs levensbedreigende situaties, met name bij kinderen onder de 5 jaar. Ondanks dat poliovooral dankzij wereldwijde grootschalige vaccinatiecampagnes grotendeels onder controle is, blijft het een risico voor niet-gevaccineerde individuen. Het virus komt het lichaam binnen via de mond en verspreidt zich meestal via het spijsverteringsstelsel. In sommige gevallen beschadigt het de zenuwcellen die spieren aansturen door het ruggenmerg aan te tasten.
De symptomen van polio kunnen variëren afhankelijk van hoe het virus zich in het lichaam verspreidt en welk systeem het beïnvloedt. Sommige patiënten kunnen geïnfecteerd raken zonder symptomen te vertonen, terwijl sommige individuen ernstige complicaties van het zenuwstelsel kunnen ondervinden. Veelvoorkomende symptomen zijn:
Symptomen treden meestal op 7–10 dagen na de infectie op. Als het virus het zenuwstelsel beïnvloedt, bestaat het risico op blijvende verlamming.
Spierpijnen behoren tot de meest voorkomende klachten bij individuen die polio hebben doorgemaakt. Aangezien het virus schade toebrengt aan de zenuwcellen die naar de spieren leiden, kan het spierzwakte, gevoeligheid en pijn veroorzaken. Pijnen in de benen, heupen en rug kunnen de eerste symptomen van polio zijn. Spierpijn kan soms zo ernstig zijn dat het bewegen bemoeilijkt wordt en in sommige gevallen kan het leiden tot blijvende bewegingsbeperking. Daarom moet spierpijn niet alleen worden geassocieerd met vermoeidheid maar, wanneer beoordeeld met andere symptomen, in overweging worden genomen voor polio.
Polio, het poliomyelitis virus, komt meestal via de mond het lichaam binnen en verspreidt zich door contact met de ontlasting van geïnfecteerde individuen. In omgevingen met slechte hygiënische omstandigheden is het risico op verspreiding zeer hoog. Overdrachtwegen:
Daarom zijn vroege vaccinatie en naleving van hygiëneregels de meest effectieve methoden om de verspreiding van de ziekte te voorkomen.
Polio kan in sommige gevallen blijvende verlamming veroorzaken omdat het de zenuwcellen permanent kan aantasten. Vooral als het virus schade toebrengt aan de motorische zenuwcellen in het ruggenmerg, kan blijvende spierzwakte of verlamming zich ontwikkelen in de benen of armen. Bij personen met een milde infectie kan het herstel volledig zijn, maar in gevallen van zenuwbeschadiging kan fysiotherapie en een revalidatieproces nodig zijn. Bij sommige mensen kunnen de effecten van de ziekte zelfs jaren later terugkeren in de vorm van spierzwakte en pijn (post-polio syndroom).
De meest effectieve manier om je te beschermen tegen poliomyelitis, polio, is vaccinatie. De doses die volgens het vaccinatieschema worden toegediend, bieden sterke bescherming tegen het virus. In ons land maakt het poliovaccin deel uit van het routinematige babyvaccinatieprogramma. Preventiemethoden zijn onder andere:
Om polio volledig uit te roeien, is het van cruciaal belang dat alle kinderen worden gevaccineerd vanwege de immuniteit in de gemeenschap.