Scheelzien komt voor bij 4 op de 100 pasgeborenen en is een aandoening waarbij de parallelle positie van de ogen verstoord is. Het is een behandelbare aandoening. Symptomen kunnen duidelijk zijn, maar ook verward worden met andere aandoeningen, daarom is vroege diagnose erg belangrijk. De oorzaken kunnen per persoon verschillen en daarom varieert de behandeling ook per persoon.

In de volksmond ook bekend als "oogafwijking", is scheelzien het verlies van de parallelle stand van de ogen. Deze afwijkingen kunnen continu, af en toe of latent zijn. Er zijn 6 spieren in ons oog die de beweging van de pupil naar boven, beneden, naar rechts, naar links en cirkelvormig regelen. Scheelzien treedt op wanneer één of meerdere van deze spieren verzwakt zijn. Soms komt het voor in één oog, soms in beide ogen tegelijk.

 

Wat zijn de symptomen van scheelzien?

Net als bij alle aandoeningen is vroege diagnose bij scheelzien erg belangrijk. Daarom moeten routine oogcontroles van baby's en kinderen niet worden verwaarloosd en moeten hun gedrag worden geobserveerd. Bij baby's en kinderen kan scheelzien zich aanvankelijk uiten door tijdens het kijken naar een andere richting hun hoofd in een andere richting te draaien. Daarnaast kunnen er symptomen zijn zoals tranende ogen, pijn, dubbelzien, hoofdpijn, verlies van oogparalleliteit, wazig zicht en verlies van driedimensionaal beeld, waarvan vele alleen bij medisch onderzoek ontdekt kunnen worden.

  

Oorzaken van scheelzien

De oorzaken van scheelzien kunnen divers en persoonsgebonden zijn. Factoren zoals problematische zwangerschappen, vroeggeboortes, verblijf in een couveuse, neurologische aandoeningen, koortsziekten, hoofdtrauma, ongevallen, vallen, operaties, brekingsfouten (bijziendheid, verziendheid, astigmatisme), luie ogen, diabetes en hypertensie kunnen bijdragen, evenals genetische factoren. Als er scheelzien in de familie is, is de kans groter dat het kind het ook krijgt.
 

Diagnose en Onderzoek bij Scheelzien

Net als bij alle aandoeningen is vroege diagnose bij scheelzien erg belangrijk. Oogonderzoeken zijn vooral bij baby's en kinderen essentieel. Als ze verwaarloosd of niet serieus genomen worden, kunnen ze niet alleen esthetische problemen veroorzaken, maar ook zichtproblemen. Toch kan scheelzien op elke leeftijd behandeld worden, en met deze behandelingen kunnen luie ogen worden voorkomen en driedimensionaal zicht worden hersteld.

Behandelingen voor scheelzien

Hoewel scheelzien bij 4 op de 100 pasgeborenen voorkomt, komt het grootste deel ervan voor rond de leeftijd van 2-3 jaar en kan meestal volledig gecorrigeerd worden met een bril. Als het niet verbetert met een bril, is chirurgische ingreep nodig.
 

Behandeling met Bril

Sommige vormen van scheelzien ontstaan door brekingsfouten en kunnen verholpen worden met een bril. Door het gebruik wordt de scheefstand van de ogen gecorrigeerd.

Occlusietherapie

Deze behandelmethode kan worden toegepast als er sprake is van lui oog. Het gezonde oog wordt af en toe afgedekt om het luie oog te trainen.

Orthoptische Therapie (CAM)

Deze therapie bestaat uit computergestuurde oefeningen voor de ogen die niet alleen scheelzien kunnen corrigeren, maar ook het zicht en het dieptegevoel in beide ogen kunnen herstellen. Het is een soort fysiotherapie. Naast correctie van scheelzien helpt deze therapie patiënten beter en succesvoller te zijn bij activiteiten zoals autorijden, voetbal spelen en tafeltennis, waar afstand en timing cruciaal zijn.

Chirurgische Interventie

De methode die wordt toegepast varieert afhankelijk van het type en de mate van scheelzien. Deze behandeling omvat het versterken van enkele van de 6 spieren in het oog, het verzwakken van anderen, of het wijzigen van hun aanhechtingspunten. Scheelzienoperaties kunnen bij kinderen onder algehele anesthesie en bij volwassenen onder lokale of algehele anesthesie worden uitgevoerd.

Scheelzienoperatie

Bij gevallen van aangeboren scheelzien, of wanneer het niet verbetert met een bril en oefeningen, wordt een operatie overwogen. Deze behandeling omvat het versterken, verzwakken of veranderen van de aanhechtingspunten van enkele van de 6 spieren in het oog. Hoewel vroege behandeling bij scheelzien de voorkeur heeft, is behandeling op latere leeftijd ook mogelijk.

De operatie wordt bij voorkeur onder algehele anesthesie uitgevoerd. Na de operatie wordt het oog niet afgedekt, is er geen pijn, alleen een gering gevoel van ongemak. Na ongeveer 6-7 dagen kunnen de patiënten hun dagelijkse leven hervatten. De roodheid van de ogen duurt ongeveer 3-4 weken en vermindert met het gebruik van druppels.

 

Waarom is vroege interventie bij scheelzien belangrijk?

Vroege diagnose in de behandeling van scheelzien is belangrijk voor zowel esthetiek als het behoud van visuele functies. Als scheelzien bij baby's niet in de eerste maanden wordt opgemerkt, maar na zes maanden nog steeds aanwezig is, moet er zeker een oogarts geraadpleegd worden. De afstemming van de ogen tijdens de ontwikkelingsperiode is cruciaal voor een gezonde interactie met de omgeving. Als één van de ogen voortdurend afwijkt, kan dit leiden tot onderdrukking van het beeld dat door dat oog naar de hersenen wordt gestuurd (luie ogen) en verlies van diepte-perceptie. Dit kan zowel het academische als sociale leven van het kind beïnvloeden.


Bij personen met een familiegeschiedenis van scheelzien, moet men extra voorzichtig zijn en routinecontroles niet verwaarlozen vanwege mogelijke genetische overdracht. Ook niet-herkende brekingsfouten (bijziendheid, verziendheid) bij kinderen kunnen een antwoord zijn op de vraag waarom scheelzien ontstaat. Daarom is het belangrijk dat een oogarts een gedetailleerde evaluatie uitvoert, ongeacht de onderliggende oorzaak van scheelzien.

Als scheelzien niet verbetert met een bril of als er geen dieptegevoel door lui oog ontstaat, moeten chirurgische opties zonder verder uitstel worden overwogen. De scheelzienoperatie geeft zowel functioneel als esthetisch positieve resultaten. Het herstelproces na de scheelzienoperatie is gemakkelijk; de patiënt kan snel terugkeren naar het normale leven. 

Veelgestelde vragen 

Gaat scheelzien vanzelf over?

Nee, scheelzien verdwijnt meestal niet vanzelf. Bij sommige baby's kunnen de afwijkingen in de eerste 3-6 maanden tijdelijk zijn, maar als dit regelmatig wordt of na de 6e maand aanhoudt, moet een oogarts worden geraadpleegd. Vroege interventie is nodig om luie ogen te voorkomen.

Biedt een scheelzienoperatie een blijvende oplossing?

Een scheelzienoperatie biedt bij de meeste patiënten een blijvende oplossing. In sommige gevallen kan er na de operatie opnieuw een afwijking ontstaan. Dan kan aanvullende chirurgie of orthoptische therapie nodig zijn. Het succespercentage van de operatie varieert afhankelijk van het type afwijking en de leeftijd.

Hoe lang duurt de behandeling van scheelzien?

De behandeling van scheelzien is een individueel proces. Als het met een bril of occlusietherapie kan worden gecorrigeerd, kan de duur variëren. Bij gevallen waar chirurgie nodig is, kan de totale behandelingsperiode, inclusief de voorbereidingsfase, variëren van enkele weken tot enkele maanden.

Waar moet je na een scheelzienoperatie op letten?

Na een scheelzienoperatie is het normaal dat er in de eerste week roodheid en een prikkelend gevoel in de ogen optreedt. De voorgeschreven druppels van de arts moeten regelmatig worden gebruikt, het oog moet niet worden gewreven en er moet voorzichtig worden omgegaan met infecties. Na een week kan men terugkeren naar het normale leven; maar voor activiteiten zoals zwemmen en make-up geldt de door de arts aanbevolen term.

Aanmaakdatum : 03.05.2025
Bijwerkdatum : 26.06.2025
Auteur : Yeliz YİĞİT
Communicatie : 444 23 23
Contactformulier Covid-19 Informatie