Scheelzien komt voor bij 4 op de 100 pasgeborenen en is een aandoening waarbij de parallelle positie van de ogen verstoord is. Het is een behandelbare aandoening. Symptomen kunnen duidelijk zijn, maar ook verward worden met andere aandoeningen, daarom is vroege diagnose erg belangrijk. De oorzaken kunnen per persoon verschillen en daarom varieert de behandeling ook per persoon.
Net als bij alle aandoeningen is vroege diagnose bij scheelzien erg belangrijk. Oogonderzoeken zijn vooral bij baby's en kinderen essentieel. Als ze verwaarloosd of niet serieus genomen worden, kunnen ze niet alleen esthetische problemen veroorzaken, maar ook zichtproblemen. Toch kan scheelzien op elke leeftijd behandeld worden, en met deze behandelingen kunnen luie ogen worden voorkomen en driedimensionaal zicht worden hersteld.
Hoewel scheelzien bij 4 op de 100 pasgeborenen voorkomt, komt het grootste deel ervan voor rond de leeftijd van 2-3 jaar en kan meestal volledig gecorrigeerd worden met een bril. Als het niet verbetert met een bril, is chirurgische ingreep nodig.
Sommige vormen van scheelzien ontstaan door brekingsfouten en kunnen verholpen worden met een bril. Door het gebruik wordt de scheefstand van de ogen gecorrigeerd.
Deze behandelmethode kan worden toegepast als er sprake is van lui oog. Het gezonde oog wordt af en toe afgedekt om het luie oog te trainen.
De methode die wordt toegepast varieert afhankelijk van het type en de mate van scheelzien. Deze behandeling omvat het versterken van enkele van de 6 spieren in het oog, het verzwakken van anderen, of het wijzigen van hun aanhechtingspunten. Scheelzienoperaties kunnen bij kinderen onder algehele anesthesie en bij volwassenen onder lokale of algehele anesthesie worden uitgevoerd.
Bij gevallen van aangeboren scheelzien, of wanneer het niet verbetert met een bril en oefeningen, wordt een operatie overwogen. Deze behandeling omvat het versterken, verzwakken of veranderen van de aanhechtingspunten van enkele van de 6 spieren in het oog. Hoewel vroege behandeling bij scheelzien de voorkeur heeft, is behandeling op latere leeftijd ook mogelijk.
De operatie wordt bij voorkeur onder algehele anesthesie uitgevoerd. Na de operatie wordt het oog niet afgedekt, is er geen pijn, alleen een gering gevoel van ongemak. Na ongeveer 6-7 dagen kunnen de patiënten hun dagelijkse leven hervatten. De roodheid van de ogen duurt ongeveer 3-4 weken en vermindert met het gebruik van druppels.
Bij personen met een familiegeschiedenis van scheelzien, moet men extra voorzichtig zijn en routinecontroles niet verwaarlozen vanwege mogelijke genetische overdracht. Ook niet-herkende brekingsfouten (bijziendheid, verziendheid) bij kinderen kunnen een antwoord zijn op de vraag waarom scheelzien ontstaat. Daarom is het belangrijk dat een oogarts een gedetailleerde evaluatie uitvoert, ongeacht de onderliggende oorzaak van scheelzien.
Als scheelzien niet verbetert met een bril of als er geen dieptegevoel door lui oog ontstaat, moeten chirurgische opties zonder verder uitstel worden overwogen. De scheelzienoperatie geeft zowel functioneel als esthetisch positieve resultaten. Het herstelproces na de scheelzienoperatie is gemakkelijk; de patiënt kan snel terugkeren naar het normale leven.
Nee, scheelzien verdwijnt meestal niet vanzelf. Bij sommige baby's kunnen de afwijkingen in de eerste 3-6 maanden tijdelijk zijn, maar als dit regelmatig wordt of na de 6e maand aanhoudt, moet een oogarts worden geraadpleegd. Vroege interventie is nodig om luie ogen te voorkomen.
Een scheelzienoperatie biedt bij de meeste patiënten een blijvende oplossing. In sommige gevallen kan er na de operatie opnieuw een afwijking ontstaan. Dan kan aanvullende chirurgie of orthoptische therapie nodig zijn. Het succespercentage van de operatie varieert afhankelijk van het type afwijking en de leeftijd.
De behandeling van scheelzien is een individueel proces. Als het met een bril of occlusietherapie kan worden gecorrigeerd, kan de duur variëren. Bij gevallen waar chirurgie nodig is, kan de totale behandelingsperiode, inclusief de voorbereidingsfase, variëren van enkele weken tot enkele maanden.
Na een scheelzienoperatie is het normaal dat er in de eerste week roodheid en een prikkelend gevoel in de ogen optreedt. De voorgeschreven druppels van de arts moeten regelmatig worden gebruikt, het oog moet niet worden gewreven en er moet voorzichtig worden omgegaan met infecties. Na een week kan men terugkeren naar het normale leven; maar voor activiteiten zoals zwemmen en make-up geldt de door de arts aanbevolen term.